Hoe kijkt de VVD Zutphen aan tegen het dossier Huishoudelijke Hulp

Voor de kwaliteit, de arbeidsvoorwaarden en innovatie  van de huishoudelijke hulp is de stichting niet nodig en ongewenst.

De VVD fractie zal niet instemmen met het voorstel tot het oprichten van een Stichting Huishoudelijke Hulp op basis van quasi inbesteden.

De VVD fractie wil zich inzetten voor een goede basis voor de uitvoering van de huishoudelijke hulp, waar ook ruimte is voor een gedeeltelijke invulling door een werknemerscoöperatie. Deze goede basis is te vinden in hernieuwd overleg van de gemeente als opdrachtgever met de thuiszorgorganisaties op korte termijn over de kaderstelling van 2015, gebaseerd op vertrouwen, erkenning van hun expertise en lopend over een termijn van liefst 5 jaar of langer.

Stichtingsvorm is niet nodig en onwenselijk, omdat

*de statuten en uitvoeringsagenda door de gemeenteraad moet worden vastgesteld en indien gewenst voor de uitvoering telkens worden bijgesteld.

*de investering voor het oprichten van de stichting 800.000 euro is + de bijkomende frictiekosten van overname van personeel belopen zeker 1 miljoen euro en zijn geheel onduidelijk.

*de stichting zal niet goedkoper kunnen werken dan de thuiszorgorganisaties en daarmee is het terugverdienen van de investering geheel onzeker.

* uit het reservebudget ‘sociaal domein’  moet de komende jaren ook voor andere onderdelen geput kunnen worden.

*de Thuiszorgorganisaties tot nu toe telkens voor een korte termijn een verlenging van het contract hebben gekregen; daarmee is de gemeente zelf mede oorzaak van tijdelijke contracten.

*de gemeente geen werkgarantie kan geven, want dit is oneigenlijk ten aanzien van andere beroepsgroepen.

*de constructie van een stichting op basis van ‘quasi inbesteden’ oneigenlijk is,  want het vereiste  ‘algemeen belang’ kan niet zodanig geformuleerd worden dat er voor de gemeente geen andere opties zijn.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Hoe kijkt de VVD aan tegen het collegevoorstel tot het oprichten van een

Stichting Huishoudelijke hulp via ‘quasi inbesteden’.

In 2014 zijn de voorbereidingen getroffen voor de nieuw gemeentelijke verantwoordelijkheid op het gebied van het ‘sociaal domein’. De overheid draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Jeugdzorg, de Participatiewet en de WMO over aan de gemeente. Geen landelijke subsidiestromen meer naar organisaties, maar het geld gaat naar de gemeenten die voor de uitvoering betaalt: Participatiewet en WMO per 1-1-2015 en Jeugdzorg per 1-1-2016.

De uitvoering van de Huishoudelijke Hulp ligt bij de thuiszorgorganisaties; in 2014 vindt veel voorbereidend overleg plaats en de gemeente moet via aanbesteding komen tot een keuze van de organisaties die de Huishoudelijke Hulp voor de gemeente Zutphen-Warnsveld zullen uitvoeren.

De gemeenteraad heeft bedongen dat de aanbesteding volgens het model ‘ Bestuurlijk aanbesteden’ zal plaats vinden.

De gemeenteraad heeft nadrukkelijk voor dit model gekozen omdat deze de persoonlijke contacten belangrijk vindt en kwaliteit stelt boven prijspeil. Daarbij heeft de VVD gepleit voor een monitoring met zo min mogelijke papierwerk en een jaarlijkse bijeenkomst met de uitvoerenden, de wethouder en de raad.

Kaderstellen

Voorafgaande aan de decentralisatie is er  een periode waarin een aantal thuiszorgorganisaties de omslag niet goed verwerken en daardoor omvallen, hetgeen veel onrust geeft. Daarom wil de wethouder in juni 2015 de raad een aantal kaders laten vaststellen die leidraad zijn bij de aanbestedingen met het doel om te komen tot langdurige contracten.

De insteek van het een jaar eerder afgesloten collegeaccoord ligt nog vers in het geheugen met o.a. “niet alles zelf doen, zoveel mogelijk alleen regie voeren op uitvoering door andere organisaties;  en werken met regionale verbanden”.

Tijdens de discussie vraagt de VVD fractie ‘wethouder u gaat toch geen eigen organisatie in het leven roepen?’ Het antwoord is ‘nee beslist niet’. Daarmee was voor de VVD fractie een aarzeling weggenomen en heeft deze mede voorgestemd; de kaders zijn vastgesteld met algemene stemmen met de afspraak dat in maart 2016 de contracten met de geselecteerde thuiszorgorganisaties voor langere termijn konden worden aangegaan.

Maar het werd niet maart 2016; de contracten konden voor een halfjaar verlengd worden en later is dat nog enige malen gebeurd.

Plannen voor een uniek model in Nederland.

In december 2016 kwamen de eerste geluiden over de plannen van de wethouder in de krant: Het oprichten van een Stichting Huishoudelijke Hulp, door ‘quasi inbesteden’ dicht tegen de gemeente aan. De wethouder heeft de gemeenteraad daar niet eerst over geïnformeerd.

In januari 2017 lag het voorstel in de gemeenteraad. Inmiddels waren een aantal fracties gealarmeerd en zij wisten van een advies dat de wethouder in het voorjaar van 2016 had ingewonnen  over o.a. het werken met werknemersorganisaties. Dit advies was niet in het voorstel meegenomen. Op verzoek van deze fracties is het advies uit de lade gehaald en mede besproken bij het voorstel tot oprichten van een stichting. Vervolgens is door een amendement de opdracht aan de wethouder verbreed: niet alleen een businessplan uitwerken voor de stichting maar ook voor de alternatieven, waarbij ruimte is voor een werknemerscoöperatie.

Voor de zomer blijkt al dat de contacten met de adviseur geen vervolg hebben gekregen.

Op 5 oktober 2017 werd een zogenaamd Forum Special over de toekomst van de huishoudelijke hulp georganiseerd; daarbij zijn ook twee koepels van werknemerscoöperaties  uitgenodigd als ook medewerkers van de thuiszorgorganisaties, de huishoudelijke hulpen. De goede avond  in de Burgerzaal geeft alle gelegenheid tot uitwisselen van ervaring. De wethouder kan met de uitkomst verder.

Eind November 2017 nieuw collegevoorstel

‘ Keuze uitvoeringsrichting toekomst huishoudelijke hulp 2019’ dat op 4 december wordt besproken in een forum.

Er zijn vele kanttekeningen van VVD zijde.

Een belangrijk argument om tot een stichting Huishoudelijke Hulp te komen is dat er zo werkgarantie kan worden gegeven aan de huishoudelijke hulpen en dat door deze constructie de gemeente maximaal kan sturen op de inhoud van de uitvoering.

De VVD is voor goede kwaliteit van huishoudelijke hulp, maar zij vindt deze stichtingsvorm daartoe niet nodig en niet goed. De gemeente moet niet alle expertise elders moeten weghalen bij de organisaties die nu het werk doen en zonder ervaring een eigen organisatie oprichten.

*De statuten en uitvoeringsagenda moeten door de gemeenteraad worden vastgesteld en indien gewenst voor de uitvoering telkens bijgesteld worden. Dat betekent dat op het terrein van de uitvoering de de bevoegdheid tot vaststellen bij de raad ligt, dwz in het politieke domein. Dit politieke domein is goed voor het vaststellen van beleid en kaders, maar deze dient niet in detail over de uitvoering te beslissen.

*De investering voor het oprichten van de stichting is 800.000 euro en de bijkomende frictiekosten van overname van personeel zijn geheel onduidelijk.

*Een dergelijke stichting zal niet goedkoper kunnen werken dan de thuiszorgorganisaties en daarmee is het terugverdienen van de investering geheel onzeker. Uit de budgetreserve ‘sociaal domein’ zal de komende jaren ook voor andere onderdelen geput moeten kunnen worden.

*De Thuiszorgorganisaties hebben tot nu toe telkens voor een korte termijn een verlenging van het contract gekregen; daarmee is de gemeente zelf mede oorzaak van korte termijn beleid en tijdelijke contracten.

*De gemeente kan geen werkgarantie geven, omdat dit oneigenlijk is ten opzichte van andere beroepsgroepen. De facto worden de huishoudelijke hulpen medewerkers van de gemeente.

*De constructie van een stichting op basis van ‘quasi inbesteden’ is oneigenlijk want het vereiste  ‘algemeen belang’ kan niet zodanig geformuleerd worden dat er voor de gemeente geen andere opties zijn.

Daarnaast vindt de VVD dat de businesscases van de alternatieven, waartoe in februari 2017 is besloten, te beperkt zijn uitgewerkt, om een goed beeld van de mogelijkheden te geven.

Tenslotte heeft de VVD naast de principiële bezwaren, geen vertrouwen in een goede realisatie van deze stichting, gezien andere ervaringen in de afgelopen jaren, zoals Het Plein, de Kaardebol, het zwembad en Plus OV.

De komende jaren heeft de gemeente de handen vol aan het realiseren van een Werkbedrijf Zutphen, het ontmantelen van Delta en het goed op de rails zetten van de implementatie van de Omgevingswet; deze laatste taak wordt landelijk gezien als ingrijpender dan de decentralisatie op het gebied van het sociaal domein.

Sinds December 2016 zijn de verwachtingen voor de komst van een stichting hoog gespannen; een belofte tot continuiteit van werk voor de medewerkers en stevige sturing door de gemeente, een unieke aanpak.

De VVD realiseert zich dat daardoor een ander geluid niet graag gehoord wordt. De voorstanders zullen hun idee daardoor niet makkelijk los laten.

De VVD is van mening dat de werkvoorwaarden voor de medewerkers gebaat zijn bij lange contracten met thuiszorgorganisaties met jarenlange ervaring, die ook bereid tot innovatie zodat de transformatie van zorg binnen het sociaal domein verder gerealiseerd wordt.

De VVD fractie zal niet instemmen met het voorstel tot het oprichten van een Stichting Huishoudelijke Hulp op basis van quasi inbesteden!

De VVD fractie wil zich inzetten voor een goede basis voor de uitvoering van de huishoudelijke hulp, waar ook ruimte is voor een gedeeltelijke invulling door een werknemerscoöperatie. Deze basis is te vinden is hernieuwd overleg met thuiszorgorganisaties op korte termijn over de kaderstelling van 2015, gebaseerd op vertrouwen, erkenning van hun expertise en lopen over een termijn van liefst 5 jaar of langer.