Burgerbelang, D66 en VVD voorzien grote problemen
met de keuze van wethouder Withagen om thuiszorg onder te brengen in een
stichting. Een stichting die onderdeel
wordt van de gemeente. Zij maken zich zorgen over de uitvoering van het
financiële en bestuurlijk beleid van deze nog op te richten stichting en denken
dat gemeente deze taken onderschat. Bovendien zijn zij niet blij met de korte
besluitperiode die de gemeente vast heeft gesteld. De raadsleden van de drie
partijen pleiten daarom voor een onderzoek naar alternatieven voor de
stichting.
De drie fracties willen,
net als de wethouder, dat er zo min mogelijk geld besteed wordt aan overhead
zodat het daadwerkelijk ten goede komt aan de zorg. En zij willen goede zorg ,
voor een goede prijs, geleverd door kwalitatief goed opgeleide mensen die conform
CAO worden uitbetaald. Zij zien dit
echter met de huidige plannen niet gerealiseerd worden, wanneer de
huishoudelijke hulp straks niet meer bij verschillende aanbieders ingekocht
wordt, en de gemeente de rol van werkgever vervult.
De fracties denken dat de
gemeente onderschat welke expertise nodig is om zo'n stichting die eigendom is
van de gemeente, op te bouwen, in te richten en aan te sturen en voorziet – in
tegenstelling tot de verwachting van het college - veel onzekerheid onder de
mensen die afhankelijk zijn van de thuiszorg en het personeel dat aangenomen
moet worden.
Financiën
Wie denkt dat een eigen stichting goedkoper zal zijn dan de huidige aanbieders van thuiszorg zal bedrogen uitkomen, denken Burgerbelang, D66 en VVD. Zij pleiten daarom voor het werken met coöperaties. Huishoudelijke hulpen zijn hiervan leden, eigenaar en hulpverlener. Hierdoor zijn zij kleinschalig, weinig indirecte kosten. Zo kan meer geld naar de daadwerkelijke zorg. De regie ligt dan ook bij de gemeente, maar – in tegenstelling tot bij een stichting – krijgen uitvoerders eigen verantwoordelijkheden en liggen risico’s bij hen. Hiermee is de expertise helder en zijn de kosten beheersbaar. Een heldere rol- en taak verdeling tussen alle meewerkende partijen is dan natuurlijk van belang, maar de kwaliteit van de zorg en de privacy van de klant kan ook op deze manier gewaarborgd worden. Het voorstel gaat niet deze richting op in weerwil op een rapport dat een jaar geleden op verzoek van de wethouder is opgesteld. Daarin blijkt zeer wel ruimte in de aanbestedingsregels te zijn, om de uitvoering van de Huishoudelijke Hulp voor een deel door coöperaties te laten uitvoeren. Én, niet onbelangrijk, cliënten behouden hun keuzevrijheid.
Haaks op huidige beleid
In het huidige plan hebben cliënten volgens de fracties geen keuzevrijheid. Laat staan waar zij heen kunnen met klachten. Zij stellen dat de gemeente als stichting zijn eigen vlees keurt door zowel indicatiesteller, opdrachtgever, uitvoerder en toezichthouder te zijn. Dit staat haaks op het door de gemeente vastgestelde beleid met betrekking tot het sociaal domein. Het (toekomstige) college is nauw betrokken bij het bestuur van zo’n stichting en het is daarbij te verwachten dat deze constructie een politieke speelbal kan worden; iets dat totaal niet wenselijk is. En heeft het vergaande gevolgen wat niet wenselijk is.
Besluitvorming: te kort dag
De raadsleden vinden het bovendien een kwalijke zaak dat de plannen pas sinds eind december bekend zijn en dat er al in januari over beslist moet worden. Een zeer korte periode waarin het thuiszorgbeleid voor misschien wel de komende decennia wordt bepaald. VVD, D66 en Burgerbelang betreuren het dan ook dat de wethouder de raad niet eerder betrokken heeft bij deze plannen en vinden dat de gemeente het zich niet kan veroorloven om op deze manier te ‘experimenteren’ met de thuiszorg.